Regels voor toewijzing

Ik zoek Toewijzing van woningen Regels toewijzing
Bij toewijzing van woningen geldt het volgende:
  • Alleen een lid van de coöperatie komt in aanmerking voor het huren van een aangeboden woning.
  • Een echtgeno(o)t(e) of partner van een lid is niet vanwege die relatie automatisch lid van de coöperatie.
  • Als er voor een woning meer dan één inschrijving is, dan gaat deze woning naar het lid met het laagste lidnummer. Hierop zijn enkele uitzonderingen mogelijk (klik hier voor 'Toewijzing laagste nummer). 
  • De huurder moet de woning zelf daadwerkelijk bewonen. Het is niet toegestaan om de woning aan derden (ook niet aan kinderen en/of partners) in gebruik te geven, op straffe van ontzetting uit het lidmaatschap en opzegging van de huur.
  • Het bruto-maandinkomen van de huurder moet minimaal vier keer zo groot zijn dan de kale huurprijs. Voor huurders van 65 jaar en ouder ligt deze grens op drieënhalf. Het inkomen van een partner wordt meegeteld, als deze de woning ook betrekt en hiervoor een verklaring ondertekent (klik hier voor meer informatie over de inkomenstoets). Mocht u twijfelen of u deze toets doorstaat, neem dan contact op met ons kantoor.
  • Voordat wij het huurcontract kunnen tekenen, controleren wij eerst het inkomen en moet het aandeel zijn gestort. Het aandeel is een bedrag ter grootte van tienmaal de kale maandhuur.
  • Stookkosten zijn niet bij de huurprijs inbegrepen.
  • Er geldt een betaling van € 100,- voor een interne verhuizing.
  • Binnen de coöperatie is een volgende verhuizing binnen een termijn van vijf jaar niet toegestaan, tenzij toestemming is verkregen van het bestuur. Het bestuur beoordeelt aanvragen voor toestemming aan de hand van vier mogelijke motieven:
    1. Medische noodzaak: kan worden aangetoond dat verhuizing naar een andere (meestal: beneden-)woning noodzakelijk is op medische gronden? Een verklaring van een arts moet worden overlegd. Een voordracht van de Commissie Voorrangsregeling geldt ook als voldoende motief.
    2. Uitbreiding of inkrimping van het gezin, waardoor de woning daadwerkelijk te klein of te groot is geworden.
    3. Sociale motieven van dringende aard. Bijvoorbeeld een onvoorziene, plotselinge inkomensterugval waardoor de woning te duur is geworden of ernstig verstoorde, niet verwijtbare verhoudingen met buren.
    4. Technische noodzaak: in de woning moeten dringend maatregelen worden getroffen, zodanig van aard dat uitvoering in bewoonde staat redelijkerwijs niet mag worden verwacht.